Bourgondisch Heerengenootschap

“Vrienden van Korsakow” ©
Kookpraatje bij het menu van maart 2020

Kort na onze vorige kookavond werden wij geconfronteerd met het totaal onverwachte en onwelkome bericht dat we niet meer in onze kooklocatie in de Mussenberg terecht konden. In de mail en via de app hebben jullie daar alles over kunnen lezen.

Gelukkig hebben we al heel snel een nieuwe locatie kunnen vinden. Jack Vrins is zo genereus geweest om ons zijn locatie ter beschikking te stellen. We zijn hem daar uiteraard zeer erkentelijk voor. In vergelijking met de Mussenberg is het wat minder ruim, maar wel voorzien van alle mogelijkheden. Doordat deze maand een aantal leden afwezig zijn wegens werk, studie en vakantie, kunnen we de nieuwe keuken testen met een kleine groep.

In februari 2019 heb ik al eens geschreven over de duidelijke Nederlandse taalgrens (Patat en Friet) en over de verschillende namen die er voor friet (we leven tenslotte in het Zuiden) zijn.
Over de oorsprong van de frites (gefrituurde aardappelstaafjes) maken de Belgen en de Fransen al jaren ruzie. Het is niet zo dat er een oorlog over gevoerd wordt, maar soms loopt de culinaire discussie toch wel hoog op.

De geschiedenis van de gebakken frites lijkt terug te gaan tot ongeveer 1680. Zowel de Belgen als de Fransen claimen rond die tijd deze culinaire lekkernij uitgevonden te hebben. De Fransen claimen dat de eerste “frituur” rond 1680 op de Pont Neuf in Parijs stond. Vandaar dus ook de naam “Pommes Pont Neuf”.

In ieder geval heeft het ongeveer 100 jaar geduurd voordat er (blijkbaar) iemand achter kwam dat je de aardappel in gloeiend heeft vet kunt bereiden: de aardappel is sinds ongeveer 1530 in Europa en werd door de Spanjaarden meegenomen uit Zuid-Amerika.
Bekend is dat in 1588 in Mechelen in een kloostertuin aardappelen werden geplant door Carolus Clusius, ofwel Charles de l’Ecluse (hij stierf in Leiden in 1609). Deze man is in zijn eentje verantwoordelijk voor de verspreiding van de aardappel in Europa. Zonder Charles hadden we dus geen friet/frites gehad, maar was ook “de aardappeleters” van Vincent van Gogh er nooit geweest. In de oorlogsjaren 40-45 zal men ook wel blij met hem zijn geweest: Hij is namelijk ook verantwoordelijk voor de verspreiding van de Tulp in Europa en heeft onze Hollandse buren op die manier in leven gehouden.

Herhalingsles: Er zijn geen echte regels voor de maat van de frietjes, maar de volgende indeling wordt algemeen aangehouden:

• 2 millimeter dik en max 8 centimeter lang: strofriet of Pommes Pailles;

• 4 tot 7 millimeter dik: Lucifer-aardappels, of Pommes Alumettes;

• 10 millimeter dik: de standaardmaat voor friet;

• 13 millimeter dik: Vlaamse of Belgische friet;

• 20 millimeter dik: Oma’s frieten of Pommes Pont-Neuf: deze maken wij vanavond!

• Partjes aardappel (vaak gekruid): Country-fries;

• Ongeveer 5 mm dik, gesneden met een spiraalsnijder: Curly Fries.

De laatste twee zijn geen typefouten: het zijn Amerikaanse uitvindingen en dus “fries”. Geen enkele bedoelde of onbedoelde verwijzing naar onze Noordelijke landgenoten.